Oorgetuige #74: Tsjajkovski’s tweede vioolconcert.
‘Alles ter nagedachtenis aan jou…’, onze serie over Russische muziek van de 20ste eeuw, gaat vandaag met de Wereldvredesraad van Intellectuelen naar New York, onder meer op zoek naar het “tweede vioolconcert van Tsjajkovski”.
De Wereldraad van Intellectuelen voor de Vrede kwam in augustus 1948 voor het eerst bijeen in het Poolse Wroclaw. Als vervolg vond in maart 1949 een Cultureel-Wetenschappelijke Conferentie voor de Wereldvrede plaats in het Waldorf Astoria-hotel in New York City. Hoewel al zijn werk was verboden en hij zijn baan aan het conservatorium was kwijtgeraakt, moest Sjostakovitsj als muziekexponent bij uitstek meegaan met de sovjetdelegatie. Dit wilde hij niet, dus kreeg hij het beruchte nachtelijke telefoontje van Stalin, die hem vroeg: “Wat is er dan met je muziek?”. “Nou,” antwoordde Sjostakovitsj, “niemand mag haar nog spelen.” “Is het heus? Ik weet van niets. Dat zoeken we uit, en jij gaat gewoon, Sjostakovitsj, je gaat gewoon naar Amerika.” En de componist ging, wat veel pijnlijke confrontaties opleverde omdat hij tot allerlei uitspraken werd gedwongen die hij helemaal niet wilde doen.
Steffen Schleiermacher speelt ‘Two Compositions for piano’ van Arthur Lourié (links): de ‘Berceuse de la chevrette’, en ‘A Phoenix Park Nocturne’. Na de Duitse inval in Frankrijk maakte Lourié met hulp van dirigent Sergej Koesevitski de oversteek naar Amerika. Hier onderging hij volgens biograaf Detlef Gojowy, nog meer dan in Frankrijk, zijn “terugverandering naar een Russische componist”. In de tijd van het bezoek van Sjostakovitsj deed een andere beroemde Russische emigrant, de cellist Gregor Pjatigorski, Lourié gekscherend de suggestie maar eens het “tweede vioolconcert van Tsjajkovski” te componeren. Lourié werkte toen werkelijk aan een werk voor viool en strijkers, het ‘Concerto da camera’, dat in 1948 in première ging op het Berkshire Music Festival. Dit barokke concerto lijkt in weinig op Tsjajkovski, maar het verdient wel degelijk een eigen plek in het repertoire.
Wij laten u in de rest van deze uitzending nog drie kandidaten horen voor het predicaat van ‘Tsjajkovski’s tweede vioolconcert’, uitgevoerd door dezelfde solist om een eerlijke vergelijking te kunnen maken. Dat is de grootste Russische violist van die tijd en wellicht wel alle tijden, David Oistrach.
U hoort hem eerst met het Russisch Staatssymfonieorkest onder leiding van Karl Eliasberg in een opname uit 1947 van het eerste vioolconcert van Nikolaj Rakov uit 1944. De delen zijn Allegro, Andante en Allegro moderato.
Als gestaald partijkader nam componist Dmitri Kabalévski (foto rechts) zeer dubbelzinnige posities in bij de aanvallen op Dmitri Sjostakovitsj. Opvallend genoeg stond hij aanvankelijk ook in de zwartlijst van ‘formalisten’ die in 1948 in de ban werden gedaan, maar zijn naam verdween daar heel snel weer uit. Over hem is ook opvallend weinig geschreven. Kabalévski voltooide in 1948 zijn opus 48, het vioolconcert in C, dat David Oistrach speelt met het Russisch Staatssymfonieorkest onder leiding van Karl Eliasberg.
Een van de mooiste vioolconcerten van de vorige eeuw, en dus een serieuze kandidaat voor ‘het tweede vioolconcert van Tsjajkovski’, is het eerste vioolconcert van Dmitri Sjostakovitsj, dat het natuurlijk prima kan stellen zonder zulke kermiskwalificaties. Het werk kwam tot stand in 1947-1948 in nauwe samenwerking met David Oistrach, die het ook in première bracht (rechts met de componist op de foto). De violist vertelt hierover: “Het werk stelt de violist voor een bijzonder interessante en opwindende opgave. Het is een betekenisvolle rol die de solist vele mogelijkheden biedt, niet alleen om zijn virtuositeit ten toon te spreiden, maar bovenal om uitdrukking te geven aan de diepste gevoelens, gedachten en stemmingen.” De betekenisvolle motieven in het Scherzo komen ook aan bod in een aparte uitzending. Volgens toenmalig concertmeester Viktor Liberman van het Leningrads Filharmonisch vertelde Sjostakovitsj hem dat de afsluitende Burlesque “de blijdschap weerspiegelt van iemand die net is vrijgelaten uit een concentratiekamp.”
Arthur Vincent Sergejevitsj Lourié (1892-1966).
1. Two Compositions for Piano (1936/38): 1) Berceuse de la chevrette, 2) A Phoenix Park Nocturne.
Steffen Schleiermacher, piano.
[now]ART Hat Hut CD 115.
2. Concerto da Camera (1948): 1) Entrata: Allegro Capriccioso, ma non rubato, 2) Aria, lento ma non troppo, 3) Intermezzo, languido quasi adagio, 4) Fantasia, allegro molto appassionato, ma sempre dolcissimo, 5) Serenata, moderato, 6) Epilogo.
Gidon Kremer, viool, Duits Filharmonisch Kamergenootschap olv. de solist.
Gidon Kremer Edition Brilliant Classics 8712.
3. Nikolaj Petrovitsj Rakov (Kaloega 4.3.1908 – Moskou 3.11.1990).
Vioolconcert nr. 1 in e (1944): 1) Allegro, 2) Andante, 3) Allegro moderato (opname 1947).
David Oistrach, viool, Russisch Staatssymfonieorkest olv. Karl Eliasberg.
Russian Revelation Vol. 1 RV10104.
4. Dmitri Borisovitsj Kabalevski (30.12.1904 – 14.2.1987).
Vioolconcert nr. 1 in C groot, opus 48 (1948): 1) Allegro molto e con brio, 2) Andantino cantabile, 3) Vivace giocoso.
David Oistrach, viool, Russisch Staatssymfonieorkest olv. Karl Eliasberg.
100 years Oistrakh / Brilliant Classics 9056/5.
5. Dmitri Dmitrijevitsj Sjostakovitsj (1906-1975).
Vioolconcert nr. 1 in a, opus 77 (1948): 1) Nocturne, 2) Scherzo, 3) Passacaglia – Cadenza, 4) Burlesca (opname 1962 Edinburgh).
David Oistrach, viool, Philharmonia Orchestra olv. Gennadi Rozjdestvenski.
BBCL 4060-2.
Met dank aan Valentin Zhuk.