In deze aflevering gaan we naar de tijd van Karel de Grote, begin 9e eeuw, en zijn opvolgers. U hoort reconstructies van liederen, gemaakt en opgenomen door Katia Caré en haar ensemble Ligeriana.
Karel de Grote (747/748-814) was koning van de Franken en vanaf 800 ook keizer van het Heilige Roomse Rijk. Gedichten werden in die tijd voorgedragen of gezongen, maar van slechts enkele gedichten is ook de muziek overgeleverd en dan meestal nog fragmentarisch.
Om ze weer tot klinken te brengen, is een reconstructie van de melodieën noodzakelijk. Naast onderzoek is ook de fantasie van de uitvoerenden een voorwaarde om tot uitvoering te komen.
De gereconstrueerde versies hebben onvermijdelijk een speculatief karakter.
Van de 7 liederen die Katia Caré reconstrueerde en met haar ensemble Ligeriana heeft opgenomen, horen we er 6. De meeste van deze liederen hebben betrekking op politieke gebeurtenissen.
De namen bij de stukken zijn die van de dichters. Of zij ook verantwoordelijk zijn voor de muziektekens die de basis vormden voor de reconstructies, is niet bekend.
Angilbert (ca. 760-814)
1. Versus de bella que fuit acta Fontaneto
Paulinus van Aquilea (730/40-802)
2. Versus Paulini de Herico Duce
Letaldus van Micy (midden 9e eeuw)
3. Versiculi de eversione monasterii S. Florentii
anoniem (midden 9e eeuw)
4. Planctus Ugoni abbatis
Godschalk van Orbais (ca. 808-866/70)
5. Versus Godiscalchi
Boëthius (ca. 480-525)
6. O stelliferi conditor orbis
Ligeriana olv. Katia Caré
(cd: “Carmina Carolingiana” – Ligia Lidi 0202251-13, 2013)
aanvulling:
Anoniem (12e eeuw)
7. Fulget dies celebris
Ensemble für frühe Musik Augsburg
(cd: “Hildegard von Bingen und ihre Zeit” – Christophorus CD 74584, 1990)
Afbeelding: Karel de Grote volgens Albrecht Dürer