za 7 aug, 15:00 uur, Duke Ellington. Het orkest van Duke Ellington, live in 1967, met een line-up om van te smullen.
De titel boven dit bericht is niet door de Concertzender bedacht, maar staat op de hoes van een in 1975 uitgebracht live album. De plaat – nu 3 cd’s – bevat concertopnamen uit 1967, gemaakt in de New Yorkse Carnegie Hall en in de Hollywood Bowl in Los Angeles. Bij Ellingtons orkest horen we niet alleen zijn vaste stersolisten maar ook een keur aan prominente gasten, onder wie Ella Fitzgerald, tenorist Zoot Sims en altist Benny Carter.
Het programma opent met een bruisend Rockin’ in Rhythm, waarin de solisten Lawrence Brown (trombone) en Cat Anderson (trompet) zich lekker door het orkest laten opzwepen. Zo mogelijk nog zinderender gaat het eraan toe in Up Jump, met tenorist Paul Gonsalves die halverwege het stuk door het orkest de eenzame soloruimte in wordt gelanceerd. In het voor hem geschreven Tootie for Cootie schittert trompettist Cootie Williams met zijn karakteristieke ‘jungle style’.
Het is slechts een greep uit een rijk en gevarieerd Ellington-uur, waarin ook vocaliste Ella Fitzgerald in een blok van vier stukken alle aandacht opeist.
De kritische jazzschrijver Scott Yanow over de albumtitel: “The music is often quite special (…) Maybe this really was ‘the Greatest Jazz Concert’ after all.”
Ellington wordt algemeen gezien als de belangrijkste componist in de jazzgeschiedenis. Zijn oeuvre omvat honderden titels waaronder grootschalige suites en tientallen film scores. Hij zag zichzelf niet graag gelabeld als ‘jazzcomponist’, maar prefereerde de term ‘beyond category’.
(Duke Ellington in een geheel andere context, als pianist meemaken? Probeer het album Money Jungle uit 1962. Zonder orkest, in triobezetting, met drummer Max Roach en de roemruchte, dwarse bassist Charlie Mingus.)
Duke Ellington – een programma van Louis Tavecchio.